Niet alleen de stervelingen nemen deel aan de indrukwekkende oorlog, maar ook de Goden. Want Aphrodite en Apollo helpen de Trojanen, en Hera en Athena de Grieken. De Grieken gooien veel vijanden de Tartaros in, maar de Goden belemmeren de overwinning. En Agamemnon weet zich geen raad en zegt: "Goden, belemmer de overwinning niet. Is de schandelijke schaking van Helena niet wraak waard? Help dus de Grieken." Tenslotte maakt Odysseus met behulp van de Godin Athena een paard. En het paard verbergt de beste soldaten. De Grieken sturen het paard naar Troje, de Trojanen zijn blij met het bewonderingswaardige geschenk en vermoeden niets. En dan brengen ze het paard Troje binnen. De soldaten komen uit het paard en verslaan de vijanden. Zo dan betalen de Trojanen genoegdoening voor de schaking van Helena. Na de overwinning verlaten de Grieken Azie met de aanvoerders, en varen naar huis. De burgers van Sparta zijn bijzonder blij, omdat Menelaos de geliefde koningin Helena naar huis terug brengt. En de burgers bewonderen de mooie koningin. Want ook nu nog is zij gelijk aan de Godin Aphrodite. Een angstwekkend lot staat Agamemnon in Mykene te wachten. Alleen Odysseus komt na vele jaren nog niet naar huis.
