Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Disco > Boek 1

Hoofdstuk 14, tekst A (versie 3)

Dus besloot de tweeling de goden te raadplegen en op een teken te wachten:
ieder ging zitten op één van de zeven bergen van Rome en wachtte op de vogels van Jupiter.
Intussen smeekte Romulus, die op de Palatijn zat, Jupiter:
Grote Jupiter, aan wie ik altijd veel offers maakte, help mij nu.™
Maar ook Remus, die op de Aventijn zat, smeekte:
Jupiter, die ik altijd vereerd heb, ik smeek jou: stuur (aan) mij nu een teken.
Terwijl de broers smeken, kijk, zes vogels vliegen richting de Aventijn.
Remus was reeds blij, toen plotseling twaalf vogels zich (ver)toonden aan Romulus.
Wie van hen was nu koning? Remus, die als eerste zes vogels had gezien,
of Romulus, aan wie zich later een dubbel aantal had vertoond/getoond?
In het gevecht, die toen tussen de broers is ontstaan, viel Remus dood neer.
Zo is Romulus de koning van Rome geworden.
De Romeinen vertellen ook een ander verhaal over de dood van Remus:
eens bouwden de broers muren voor een nieuwe stad. De muren, die Romulus bouwde, waren nog niet hoog, toen Remus, om zijn broer te bespotten, over deze heen sprong. Vervolgens doodde Romulus Remus, die over de muren was gesprongen, woedend.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.243

Nieuw afgelopen maand: 15

Gewijzigd afgelopen maand: 26