Hoofdstuk 15, tekst A: De eed van Hannibal (versie 2)

Toen Hannibal een jongen van ongeveer 9 jaar was, nam zijn vader Hamilcar het besluit, om een leger naar Spanje over te brengen.
Hij kwam eerst met zijn zoon bij de tempel aan, om te offeren.
Daar vroeg Hannibal aan zijn vader, om ook hem naar Spanje te brengen.
Toen bracht Hamilcar zijn zoon naar het altaar en dwong hem met een eed om, zodra hij kon door leeftijd, een vijand te zijn voor het Romeinse volk:
Mijn zoon, ik ben boos omdat onze eilanden Sicilië en Sardinië nu onder de macht van het Romeinse volk zijn: want de Romeinen hebben ze met oorlog en bedrog afgepikt.
Raak nu het altaar aan en zweer dat je nooit in vriendschap met de Romeinen zult zijn.
Daarna raakte de jongen het altaar aan en zwoer zoals zijn vader had bevolen.
Hannibal gedroeg zich het hele leven zo, zodat hij de gevaarlijkste van alle tegenstanders was voor het Romeinse volk.