Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Fortuna > Boek 2 nieuwe druk

Hoofdstuk 20, tekst B: Veni, vidi, vici (versie 1)

Ik kwam, ik zag, ik overwon
In Griekenland vochten Caesar en Pompeius, terwijl zij beiden een enorme legermacht aanvoerden.
Tot nu toe waren nooit zoveel Romeinse legers en zulke Romeinse opperbevelhebbers slaags geraakt.
Er is gevochten met de grootste kracht. Later werd Pompeius overwonnen en werd zijn legerkamp geplunderd.
Zelf ging hij, nadat hij op de vlucht was gejaagd, naar Alexandrië, zodat hij aan de koning van Egypte hulp kon vragen.
Deze koning, Ptolemaeus genoemd, 13 jaar oud, volgde meer ongelukken dan vriendschappen.
Hij beval Pompeius te doden en zijn hoofd eraf te hakken. Hij zond het afgehakte hoofd naar Caesar, die korte tijd later in Alexandrië was aangekomen.
Caesar vergoot tranen toen hij het hoofd van zo'n groot man en ooit zijn schoonzoon zag.
Daarna voerde hij een moeilijke oorlog met Ptolemaeus, die ook weer voor hemzelf een moeilijke hinderlaag voorbereidde.
Tenslotte verdronk de koning in de Nijl, nadat hij was overwonnen.
Toen Caesar Alexandrië in zijn macht had, gaf hij de heerschappij over Egypte aan Cleopatra, de zus van Ptolemaeus.
Hij hield van deze vrouw, met wie hij de diners vaak tot zonsopgang liet voortduren.
Na het vertrek van Caesar, bracht de koningin een zoon voort, die naar de naam van zijn vader 'Caesartje' werd genoemd.
Toen Caesar naar Rome terugkeerde, overwon hij in Azië de koning van Pontus, die in opstand kwam en veel Romeinse provincies bezette in één gevecht.
Terwijl hij blij was met de snelle overwinning, schreef hij in een brief aan een vriend deze drie woorden: "Ik kwam, ik zag, ik overwon"

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.253

Nieuw afgelopen maand: 4

Gewijzigd afgelopen maand: 21