Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Fortuna > Boek 3

Hoofdstuk 11, tekst 1D: Lucretia stelt een voorbeeld (58.6-12)

1 Spurius Lucretius kwam met Publius Valerius, zoon van Volesius, Collatinus met Lucius Junius Brutus, met wie hij toevallig naar Rome terugkerend door de bode van zijn vrouw was ontmoet/aangetroffen. Zij troffen Lucretia bedroefd in de slaapkamer zitten(d). Door de komst van haar familieleden kwamen de tranen op en zei ze tegen haar man die vroeg: ‘Gaat het wel goed met je?’ ‘Helemaal niet, wat is er immers voor goeds voor een vrouw wanneer ze haar kuisheid/eer heeft verloren? Sporen van een vreemde/andere man zijn in jouw bed, Collatinus: maar mijn lichaam is slechts 5 geschonden, mijn geest is onschuldig. De dood zal getuige (hiervan) zijn. Maar geeft jullie rechterhand(en) en woord van trouw dat de echtbreker zijn verdiende straf zal krijgen. Het is Sextus Tarquinius die als vijand in plaats van gast de vorige nacht, met geweld gewapend van hier een vreugde heeft meegenomen die verderfelijk is voor mij en voor zichzelf, als jullie (tenminste) mannen zijn. Zij gaven één voor één allen hun erewoord. Zij troostten de intens verdrietige Lucretia door de schuld van haar die ertoe gedwongen was af te wentelen op de dader van het vergrijp: dat de geest zondigde, niet het lichaam, en daar waar een voornemen heeft ontbroken, schuld afwezig is/ontbreekt. ‘Jullie’, zei ze, ‘moeten (maar) zien, wat hém toekomt. Ik, hoewel ik mij van schuld vrijspreek, onttrek me niet aan de doodstraf. 10 En vervolgens zal geen enkele onkuise vrouw leven/in leven blijven door het voorbeeld van Lucretia.’ Het mes, dat zij onder haar kleed had verborgen, dat stootte zij in haar hart en voorovervallend in haar wond viel zij stervend (neer). Haar man en vader schreeuwden het uit.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.243

Nieuw afgelopen maand: 15

Gewijzigd afgelopen maand: 26