Ik zal jullie neuken en oraal penetreren, nicht Aurelius en homo Furius; jullie, die door mijn gedichten, die schunnig zijn, meenden dat ik schaamteloos ben. Het zit zo: het past een rechtschapen dichter zelf fatsoenlijk te zijn, maar het is helemaal niet nodig dat de gedichtjes dat zijn: dan pas hebben zij smaak en charme, als ze schunnig zijn en ze geilheid kunnen opwekken, ik bedoel niet bij jongens, maar bij die behaarde mannen, die hun stijve lendenen niet kunnen bewegen. Omdat jullie over vele duizenden kussen gelezen hebben, menen jullie dat ik een mietje ben? Ik zal jullie neuken en oraal penetreren.
