Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Hellenike > Boek 3

Hoofdstuk 9, tekst C: Kinesias verliefd

De oude vrouwen nu gaan weg [/De oude vrouwen gaan dus weg], maar Kinesias arriveert, en terwijl hij eraan komt, jammert hij.
Kin. Ach, ik ongelukkige.
Lvs. (sprekend vanaf de muur)
Wie is diegene die de Akropolis binnendrong [/die bezig was / probeerde de A. binnen te dringen]?
Kin. Ik.
Lys. Ben je een man?
Kin. Een man inderdaad.
Lys. Waarom ga je niet weg?
10 Kin. En jij, die mij wegjaagt, wie ben jij?
Lys. Een bewaker.
Kin. Ach!
(tot zichzelf sprekend [/in zichzelf pratend])
Het is duidelijk dat ik, nu [/omdat/terwijl] ik ongelukkig ben, tot alle goden moet bidden. 15 Misschien staan de goden, tot wie ik bid, mij toe mijn vrouw te zien. (De man bidt)
Alle goden, sta mij toe mijn vrouw te zien.
(Opnieuw spreekt hij Lysistrate toe)
Bij de goden, roep nu voor mij Myrrine!
21 Lys. (En/Maar) wie ben jij?
Kin. Haar man [/De man van die vrouw], Kinesias, met wie zij samenleeft [/getrouwd is]. (tot zichzelf sprekend)
Mooi, de goden hebben mij, omdat ik gebeden heb, toegestaan Myrrine te zien. Lys. Dag [/Gegroet], zeer dierbare [/beste] Kinesias. Ook wij kennen jouw naam goed. Want jouw vrouw heeft jou altijd op haar lippen.
Nadat [/Wanneer] ze een appel genomen heeft, zegt ze: 'Hoe graag zou ik die aan Kinesias (willen) geven!'
30 Kin. Bij de goden: Ben ik de man aan wie Myrrine appels wil geven?
Bij Aphrodite. Bovendien zei jouw vrouw gisteren [/Dat niet alleen: gisteren zei jouw vrouw], toen wij spraken over mannen: `Van alle mannen vind ik Kinesias de beste.'
Kin. Ga nu; roep haar!
36 Ly Welnu [/Wat dan / Hoe zit het nu]? Zul jij mij iets geven?
Kin. Bij Zeus, ik zal jou (inderdaad) iets geven. Dit heb ik. Wat ik nu heb, geef ik jou. Maar jij dan, aan wie ik dit geef, moet haar roepen. (Wat hij in zijn hand heeft, geeft hij aan Lysistrate.)
40 Lys. Goed dan. Nadat ik ben afgedaald [/Ik ga naar naar beneden ga en vervolgens] roep ik haar voor jou. [Ik zal naar beneden gaan en haar voor jou roepen.] (Ze daalt af van de muur.)
Kin. Snel.
Myr. (terwijl ze binnen is)
Roep mij niet voor hem, Lysistrate.
Want ik wil niet afdalen [/naar beneden gaan].
46 Kin. Myrrientje, waarom doe je dat? [/Wat doe je daar?] Daal (toch) snel af [/Kom toch snel naar beneden]!
Myr. Bij Zeus, ik (doe dat) niet, maar ik ga weg.
Kin. Ga niet weg! Ben je niet bezorgd om je kleine kind?
(Hij spreekt tot het kleine kind, dat een slaaf draagt.)
Hé, jij daar, roep je mamma eens [/zul je nietje mama roepen]!
Jo. Mamma, mamma, mamma!

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.242

Nieuw afgelopen maand: 15

Gewijzigd afgelopen maand: 26