Lego
Hoofdstuk 10, tekst 2: Orpheus en Eurydice, liefde over de grenzen van de dood, Regel 1-10
r. 1-3 Inde per immensum corceo velatus amictu aethera digreditur Ciconumque Hymenaaus ad oras tendit et Orphea nequiquam voce vocatur.
per + immensum + aetherea = Hyperbaton
croceo (abl) + amictu = oranjerode mantel
velatus = ppp
Ciconum + oras = gebied van de Ciconen
Orphea + vocatur (ablativi)= Orpheus stem
nequiqam = adv.
Daarvandaan ging Hymenaeus door de onmetelijke lucht weg omhuld met de oranje rode mantel en haast zich naar het gebied van de Ciconen en hij wordt tevergeefs geroepen door Orpheus stem.
r. 4-5 Adfuit ille quidem, sed nec sollemnia verba nec laetos vultus nec felix attulit omen;
attulit = persoonsvorm
Hij was weliswaar (/er dan wel) aanwezig, maar noch gebruikelijke worden, noch blij gezichten, noch gelukkige voortekenen bracht hij mee;
r. 6-7 fax quoque, quam tenuit, lacrimoso stridula fumo uque fuit nullosque ivenit motibus ignes
stridula = bijvoeglijk naamwoord
motibus = abl
nullos (acc) + ignes = geen vuur
ook de fakkel, die hij vast hield, was aan het knetteren, door tranen verwekkende rook en vond geen vuur door beweging.
r.8-10 Exitus auspicio gravior: nam nupta per herbas dum nova naiadu, turba comitata vagatur, occidit in talum serpentis dente recepto
auspicio = abl. comp.
nupta + nova = hyperbaton = nieuwe/jonge bruid
herbas = mv, maar wordt vertaald als ev
vagatur = deponens
dente = abl. absolutus
recepto = ppp
De afloop is meer dan een voorteken: want terwijl de jonge bruid door het gras zwierf vergezeld door Naiaden, nadat de tand van de slang was ontvangen, ging ze dood.