Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 1: boek 1

Hoofdstuk 10, tekst C: taaloefening

A.
lidwoord

B.
1. naamwoordelijkdeel
2. hij staat voorin de zin
3. [γριεξ]εστιν[/γριεξ]

C.
[γριεξ] αυτωy[/γριεξ] heeft betrekking op [γριεξ]βιοσ μακροσ[/γριεξ]

D.
1. naamwoordelijk deel van het gezegde
2. naamval, geslacht
3. het heeft een ander geslacht

E.
1. Voer geen oorlog tegen je vrienden.
2. Bekommer je om je leven.
3. Het kind luistert naar de beste woorden.
4. Ajax en Odysseus hebben de legeraanvoerders niet overtuigd.
5. De Grieken en de legeraanvoerders hebben veel verdriet om de doden.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.253

Nieuw afgelopen maand: 4

Gewijzigd afgelopen maand: 21