Het is nacht en in Troje slaapt ieder behalve een vrouw; want Helena slaapt niet. Een god roept haar en zegt: O Helena, ga naar het zeer grote paard. Want het paard verbergt de sterkste mannen van de Grieken. En jij, help hen en open het paard. Daarna gaat Helena naar het paard alleen door de stad. Zij vindt het zeer grote paard snel. Zij was moedig en slaat met haar vuisten op het paard. En Helena zegt: Heb geen angst. Ik ben Helena en ik help jullie: ik wil het paard openen. Dan opent zij de buik van het paard. En de Grieken gingen uit hem: en onmiddellijk openen zij de deuren van Troje. De andere Grieken staan al voor de deuren en komen in Troje: zij steken de huizen in brand en zij doden of nemen de mannen, vrouwen en kinderen gevangen. De Grieken vernietigen zo Troje, de stad van Priamos.
