Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 2: boek 3

Hoofdstuk 2, tekst A: De wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging

2a De wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging.
1 Nadat het avond geworden was, gingen de leerlingen naar hem,
terwijl zij zeiden: ‘De plaats is verlaten en het is al laat geworden: stuur de menigtes weg, nadat zij naar de dorpen gegaan zijn om eten voor zich te kopen.’
5 Jezus zei tegen hen: ‘Zij hebben niet de noodzaak om weg te gaan: jullie moeten aan hen te eten geven (imp). Zij zeggen aan hem: ‘Wij hebben slechts 5 broden en twee vissen’. Hij zei: ‘Breng hen zo naar mij’. Nadat hij de menigtes had aangespoord achterover te leunen in het
10 gras, en nadat hij de vijf broden en de twee vissen nam, nadat hij de ogen op de hemel had gericht zegende hij en nadat hij de broden had gebroken gaf hij de broden aan de leerlingen, en de leerlingen aan de menigtes. En allen aten en verzadigden zich en zij pakten het overblijfsel van de brokken op. Twaalf manden vol. Degenen die aten/De eters waren ongeveer vijfduizend mannen zonder vrouwen en kinderen.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.242

Nieuw afgelopen maand: 15

Gewijzigd afgelopen maand: 26