11/2 : Grootvader en de kinderen reizen naar de Maas.

Vader en moeder zitten dichtbij het venster van de villa. Moeder: << Marcus, waar is je vader ? Is hij in de villa ? >> Vader: << Hij is niet in de villa, maar hij wandelt in de velden met al onze kinderen en daarna wil hij naar de Maas gaan kijken. >> Moeder: << Tot nu toe heeft je vader een uitstekende gezondheid . Nooit blijft hij in een zetel ! Weinige mensen hebben een zo sterk lichaam als je vader. >> Vader: << Zo is het. Wij kunnen daarentegen de natuur van de mens niet veranderen. De natuur geeft aan de enen een sterk lichaam, aan de anderen een zwakke gezondheid. >> Moeder: << Bovendien is je vader een wijs man en hij heeft niet een vijand: Door het karakter bevalt hij aan iedereen. >> Vader: << Hij is een man van grote moed, de soldaten van het vierde legioen loven ook nu nog de moed van Lucius Valerius Celerinus. >> Korte tijd daarna reist grootvader met de kinderen naar de Maas. Valeria kijkt naar de Maas en zegt: << Onze streek is mooi, kijk, de paarden van de villa drinken water uit de stroom. >> Daarna vraagt zij aan grootvader: << Waar ontspringt de Maas ? >> Grootvader antwoordt: << De Maas ontspringt uit de Vogezen. De stroom is lang en mooi en hij stroomt naar de grote zee. >> Lucius: << Zijn er vele zeeën op aarde ? >> Grootvader: << Tot nu toe weten de mensen niet veel, maar men zegt dat er vele en grote zeeën zijn. >> Livia: << Grootvader, vertel ons een kort verhaal. >> Lucius: << Vertel een lang verhaal over een sterke man. >> Grootvader: << Het leven van dappere mannen is dikwijls kort. >> Een dapper man kan immers in een oorlog sterven. En een korte oorlog is wreed, oorlogen zijn immers altijd wreed. Traianus, onze Keizer, is een wijs en moedig man. In alle oorlogen verdedigt hij het Romeinse Rijk tegen machtige vijanden. Als de vijanden de Romeinse steden in brand steken en de Romeinse burgers met grote wreedheid overvallen, kiest de Keizer voor de oorlog en gaat hij weg uit Rome, hoofd van het grote Romeinse Rijk. In elke oorlog overwint hij de vijanden door overleg en moed. Alle burgers loven de wijze en moedige Keizer, die de wrede misdaden van de vijanden onderdrukt en hij verdedigt het welzijn van alle burgers. >>