Hoofdstuk 1, tekst G
Categorie: Boek > Hellenike > Boek 1
Maar is het schip veilig? en zijn wij veilig? Waarom ga ik niet naar beneden om nauwkeurig rond te kijken? want ik ben de kapitein; het is dus mijn taak, en de veiligheid ligt in mijn handen. (De kapitein stelt beneden een onderzoek in) En Dikaiopolis blijft boven. (Dikaiopolis, vurig biddend) Nu, Poseidon, breng ons veilig in de haven. Want aan jou brengen wij altijd offers. Jij redt altijd de mensen uit de zee, maar wij sterven nu! Want het schip zinkt in zee. De reddingsboot drijft weg en onze veiligheid is niet zeker. (De kapitein komt naar boven en is opgelucht) Zwijg, Dikaiopolis. Het schip is veilig, en wij zijn veilig. Dus wij zijn niet in gevaar. En bovendien is de haven dichtbij. Dus is de redding zeker.