Boek 14, vers 622-69: Pomona en Vertumnus
Categorie: Auteur > Ovidius
Reeds had Proca het oppergezag over het Palatijnse volk; onder zijn bewind leefde Pomona, geen enkele andere onder de Latijnse boomnimfen bewerkte de tuinen met ijveriger, geen andere legde zich meer toe op de vruchten van bomen, vandaar had ze haar naam. Ze hield niet van bossen of bergstromen, maar van het platteland en takken die blozende vruchten dragen. Haar hand is niet bezwaard door een speer, maar door de gebogen sikkel. Nu eens snoeit ze daarmee de wildgroei en bedwingt ze de woekerende takken. Dan weer, na de schors gespleten te hebben, voegt ze een twijgje in verschaft ze sap aan andermans voedsterkind. Ook duldt ze niet dat ze dorst hebben en bevloeit de gebogen vezels van de dorstige wortels met sprankelend water. Dat is haar leven, dat is haar ijver; ze is niet vol verlangen naar Venus (liefde). Nochtans vresend voor het geweld van de plattelandsbewoners, sluit ze haar boomgaard af, verhindert ze de toegang en ontvlucht de mannen. Wat deden de Saters niet, de jongelingen aangepast aan het dansen en Pan, de horens omkranst met sparregroen en Silenus, die er altijd jonger uitziet dan hij is, om haar te veroveren. En welke god verschrikt de dieven hetzij door zijn snoeimes, hetzij door zijn geslachtsdelen. Maar Vertumnus overwon hen allen in het liefhebben, toch was hij niet gelukkiger dan zij.
O, hoe dikwijls droeg hij de korenaren in een korf in de kleding van een hardwerkende maaier en had hij de aanblik van een echte maaier. Doordat zijn slapen vaak omwikkeld waren met vers hooi, kon het gezien worden dat hij het afgemaaide gras had gekeerd. Dikwijls hield hij met strenge hand een prikkel opdat je zou zweren dat hij zopas zijn vermoeide lastdieren had ontspannen.Nadat er een sikkel gegeven was, was hij snoeier of kortwiekte hij de wijnranken, hij nam de ladder dan zou je denken dat hij vruchten ging plukken. Soldaat was hij met het zwaard, visser als hij een hengel genomen had. Tenslotte verschafte hij zich door vele gedaanteverwisselingen de toegang voor zichzelf om de vreugde te krijgen van de bewonderenswaardige
-->schoonheid, zelfs het hoofd getooid met een veelkleurige muts steunend op een stok, de grijze haren gladgestreken langs de slapen, nam hij de gedaante aan van een oude vrouw en betrad de tuinen die ze onderhield. Ze bewonderde de vruchten en sprak: \"Je kan nog meer dan ik dacht\" en onder lofbetuigingen gaf hij haar enkele kussen zoals een echte oude vrouw nooit zou gekust hebben en ging gebogen op de grond zitten en keek omhoog naar de takken gebogen door het gewicht van de herfst. Aan de overzijde bevond zich een olm, prachtig door de druiven die zich erop vasthechtten. Nadat ze die had goedgekeurd samen met de wijnranken sprak ze: \"Maar als die boomstam ongepaard zou staan zonder ranken, Zou hij niets hebben waarop men prijs zou stellen dan loof. Ook deze wijnstok, die rust op de olm waarmee hij verbonden is zou, als gehuwd hij niet was, plat op de grond liggen. Maar je wordt niet geraakt door het voorbeeld van deze boom en ontvlucht het samenwonen en denkt er niet aan je te verbinden. Ach, wilde je maar! Helena zou door niet meer minnaars zijn verleid, noch degene die de strijd van de Lapythen heeft ontketend, noch de echtgenote van de dappere Odysseus. Nu ook, ofschoon je de aanbidders ontwijkt en afstoot begeren je duizend mannen en halfgoden en goden en welke godheden de Albaanse bergen bewonen. Maar jij, als je verstandig bent en een goed huwelijk wilt en naar dit oudje wilt luisteren, dat je meer dan je denkt bemint, verwerp die ordinaire aanbidders en kies Vertumnus als partner. Voor hem wil ik graag borg staan; hij kent zichzelf toch niet beter dan ik hem ken ook dwaalt hij niet doelloos rond overal in de wereld. Deze weidse streken bewoont hij; ook aanbidt hij niet zoals het merendeel der aanbidders de eerste de beste, jij zal z’n eerste en laatste liefde zijn en aan jou alleen wijdt hij toe al zijn jaren. Voeg eraan toe dat hij nog jong is, dat hij begiftigd is met de natuurlijke gave der schoonheid en alle mogelijke geschikte vormen kan aannemen en wat je hem ook beveelt, zal geschieden. Hoe? Beminnen jullie niet hetzelfde? Hij ontvangt ‘t eerst de vruchten door jou gekweekt en zal verrukt aannemen wat gij hem aanbiedt. Maar nu wenst hij geen vruchten van de bomen geplukt noch wat in boomgaarden groeit, gewassen met zoete sappen, niets anders wenst hij dan u! Heb erbarmen met die liefde, geloof dat hijzelf in levende lijve smeekt door mijn mond, vrees de vergelding der goden en Idalië die de harde harten haat en de toorn van Rhamnus die blijft gedenken. En opdat gij des te meer zoudt vrezen, want veel heeft mijn leeftijd mij leren kennen, zal ik u een feit, dat aan heel Cyprus bekend is, meedelen dat u gemakkelijk zal vertederen en vermurwen.