Hoofdstuk 15: (werkboek) Patroklos verschijnt aan Achilles
Achilles slaapt op het strand van de zee; plotseling ziet hij de schim van Patroklos in zijn slaap.
Patroklos zegt tegen hem: "Ik smeek je, begraaf me snel! Want nu ben ik bij de deuren van de Hades, maar de schimmen van de andere doden houden mij af van de toegang. En ik vraag je iets anders. Want ook voor jou zelf is de dood gereed in Troje. Begraaf mijn botten dan ook niet apart, maar tezamen met jouw botten in dezelfde grafurn, Achilles!"
En Achilles antwoordt zijn makker: "Lieve Patroklos, waarom kom je naar boven naar mij toe, en vraag je dat aan mij? Maar oké, ik doe dat, zoals jij zelf mij vraagt... maar kom naderbij!"
Daarna strekt Achilles zijn handen uit naar zijn geliefde makker, maar hij kan hem niet vastpakken: want de schim van Patroklos, daalt, als rook, neer onder de aarde. Achilles is zeer verbaasd en springt op: de schim van de dode en het drogbeeld zijn dus inderdaad in het Dodenrijk! Want de gehele nacht is de schim van de ongelukkige Patroklos bij mij aanwezig; en de schim is ook in alle opzichten gelijk aan Patroklos zelf!