Vertaling 3, 10
Categorie: Auteur > Propertius
letterlijk;
'en jij, o mijn liefste, geboren met gelukkige vleugels, sta op en smeek rechtvaardige dingen af van de eisende goden.
Maaar verwijder eerst je slaap met helder water en breng je glanzend haar in vorm door het drukken van je duim.
Daarna trek het kleed aan waarmee je eerst de ogen van Propertius op je hebt getrokken
En laat je hoofd niet vrij van bloemen
En vraag dat je een bestendige schoonheid mag hebben, waarmee je invloed hebt
En dat je heerschappij altijd op mijn hooft mag staan (=dat je altijd boven mij mag staan in macht)

Hopelijk kennen wij ook ons lot door het werpen van de dobbelstenen als verklaarder wie die liefdesgod zwaarder slaat met zijn vleugels.
Wanneer het uur is doorgebracht met veel drinkbekers, zal Venus als heilige dienares van de nacht voorbereidingen brengen.
Laten we dit jaarlijkse feest beƫindigen in onze slaapkamer en zo de tocht van je verjaardag beƫindigen.'

Vrij;
'Benieuwd was ik vanmorgen
toen de zon rood in mijn kamer lag
welk lot de kamer mij ging bezorgen
door de Camenen (bronnimfen,muzen) die ik aan mijn sponde zag.
Toen kwam voor mij het teken
dat mijn meisje jarig was
want driemaal werd door de Camenen
voorspoedig in de hand geklapt.
Laat deze dag nu zonder wolken zijn
De winden wezen roerloos in de lucht
en uitgewoed komen de woeste golven
zacht op het strand gevlucht.

Sta op nu, o mijn liefste,
Die als gelukskind zijt geboren
En keer u biddend tot de goden
Met offers die hun rechtens toebehoren.
Verdrijf vooreerst de slaap
Met parelhelder water
En strijk met vingers vaardig
Uw glanzend kapsel waardig.
Wil dan het kleed dat mij, Propertius,
Zo lief is om uw lenden plooien
En laat niet na uw dierbaar hoofd
Met bloemen te bestrooien.
Smeek dat uw schoonheid eeuwig weze
Die mij maar in uw ban kan slaan
En dat gij als de koningin
Voor altijd in mijn hart zoudt staan.

Laat wierook branden op de altaars
die reeds voorheen met kransen zijn omhuld
tot heel het huis gezellig
met licht en warmte wordt gevuld.
En laat ons dan aan tafel gaan
de nacht die spoedde langs de bekers heen
en rond ons hoofd trilt zacht parfum,
saffraan en mirre, uit de onyxsteen.
Wij dansen dan de ganse nacht
Tot hees hert fluitspel wijkt
en fluister woorden aan mijn oor
waarvoor de stoere man bezwijkt.
Het feest beroeze onze geest
ontneme ons de dorre slaperigheid
en heel de buurt weerklinke
van onze uitbundigheid.

Wij spelen om het lot
De bikkels wijzen aan
Op wie van ons de jonge liefdesgod
Zijn loden vleugels neer zal slaan.
Wanneer de nacht eens culmineert
De vele bekers daar verloren staan
Dan komt ook Venus op ons toe
En laat ons in haar tempel binnengaan.
Intiem in onze kamer
Besluiten we dit jaarlijks feest
Daar eindige de dag
Die uw verjaardag is geweest.'