Hoofdstuk 20, tekst B: taaloefeningen
Categorie: Boek > Pallas > Druk 2: boek 2
1.
r.2 eumenh accusativus eumenhV
bijvoeglijk naamwoord bij een zelfstandig naamwoord in de accusativus: subwten
r.4 penqh accusativus penqoV lijdend voorwerp
r.5 OdussewV nominativus OdussewV onderwerp
r.11 autw dativus autoV dativus van bezit
r.16 kratei dativus kratoV dativus van bezit
r.17 baqesi dativus baqoV dativus bij en
r.18 icnh accusativus icnoV lijdend voorwerp

A.
1. acc, enk, v, deinon verschrikkelijke kracht
2. gen, enk, v, kalhV mooie stad
3. gen, enk, onz, megalou grote snelheid
4. nom/ac, enk, onz, dusmenouV slechtgezinde kracht
5. gen, mv, m, eumenwn goedgezinde slaven
6. ac, mv, m, yeudeiV leugenachtige koningen
7. acc/nom, mv, v, pollai/pollaV veel steden
8. dat, enk, m, sofw slimme Odysseus

B.
dat ev andere vis
dat mv leugenachtige koningen
dat ev mooie stad
gen ev vreemd volk
acc ev goedgezinde vaderland
nom/ acc mv grote leugens
acc ev vijandige zeus
acc ev nieuwe stad
dat ev grote snelheid
gen ev veel kracht