Catalinarische redevoeringen III, 12
Categorie: Auteur > Cicero
12. Volturcius liet echter plotseling de brief tevoorschijn halen en openen die naar zijn zeggen hem door Lentulus voor Catilina was gegeven. En daar heeft Lentulus, in opperste verwarring, niettemin erkend dat zowel zegel als handschrift van hem was. De brief was echter niet op naam gesteld, maar ging als volgt: "Wie ik ben zult u van hem vernemen die ik tot u zend. Wees een echte kerel en denk eraan hoever u gekomen bent. Zie erop toe wat u nu nog nodig hebt, en zorg ervoor dat u de hulp van allen aan u verplicht, ook van die uit de laagste stand." Toen Gabinius, die daarna was binnengeleid, eerst zo onverstandig was om te beginnen te praten, heeft hij tenslotte niets ontkend van de dingen die de Galliƫrs als beschuldiging naar voren brachten.