Hoofdstuk 14, tekst B (versie 1)
Categorie: Boek > Disco > Boek 1
1) O, koning, wanneer wij na het werk naar huis terug keren zijn we altijd alleen.
2) Wie wacht ons op? Wie bereid voor ons een maaltijd?
3) Welke vrouw kan ons kinderen geven? Er zijn geen vrouwen in Rome.
4) Zonder echtgenotes is het leven ongelukkig en zal de grootheid van de stad niet lang duren.
5) Romulus stuurde, zodra hij het hoorde, gezanten naar de naburige volkeren, om huwelijksrecht te vragen.
6) De volkeren echter, die de macht van Rome erg vreesden, lachten de gezanten uit en wilden hun dochters niet geven.
7) Romulus was zeer woedend, maar hij verborg zijn woede en verzon een list;
8) Hij maakte een groot schouwspel klaar en hij nodigde de naburige volkeren uit naar Rome te komen.
9) Weldra kwamen velen volken, die de stad wilden zien, samen naar Rome.
10) Ook de Sabijnen kwamen met een grote menigte samen met hun kinderen en echtgenotes.
11) Toen de sabijnen hun aandacht richtten op het schouwspel roofden de Romeinse jonge mannen plotseling de Sabijnse maagden en voerden ze mee naar huis.
12) Nu hadden de Romeinen vrouwen. Maar het verdriet van de Sabijnse maagden en de woede van de ouders was groot.