Hoofdstuk 2, oefening 33
Categorie: Boek > Fabulae
NB: Het Nederlands kent bij de gebiedende wijs geen meervoudsvorm. Als er in het Latijn een meervoud staat, geef ik dat aan met haakjes: bv. 2. cedite --> ga(at)

1. Beweeg!
2. Ga(at)!
3. wij denken
4. zij nemen
5. open!
6. jij klimt
7. hij/zij roept
8. red(t)!
9. Lachen
10. Zenden
11. Ik antwoord
12. Leef!
13. Begin(t)!
14. Hij/zij doet alsof
15. Jij slaapt
16. Draag!
17. Spring(t)!
18. Zij houden
19. Zit!
20. Wij verlaten
21. habeo
22. state
23. descendimus
24. senti
25. veta
26. timet
27. currite
28. cupe
29. rogatis
30. agunt
31. pare
32. iacent
33. facite
34. paras
35. dico
36. Fuge/fugite
37. videte
38. deserimus
39. ambulatis
40. venite