Hoofdstuk 11, tekst B - taaloefening
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 1
A.
1. debes, het is geen imperativus.
2. dicunt, het is geen zij-mv. Perfectum.
3. estis, het is geen imperativus.
4. dicebam, het is imperfectum en de andere niet.
5. constiti, omdat het perfectum is, de andere niet.
6. este, het is geen infinitief.
B.
1. cape gladium, pak het zwaard.
2. desinite lacrimare, jullie moeten ophouden met huilen.
3. pontem custoditte, bewaak de brug.
4. hostem neca, dood de vijdand.
5. laeta es ben (wees) blij.
6. tenete eum, houd hem vast.
7. libertatem serva, behoud de gezondheid.
8. milites fortes este, jullie moeten sterk zijn, soldaten!
C.
1. , smeekten de Romeinse burgers.
2. ‘Houd op met vluchten, jullie moeten sterk zijn, pak de wapens, bescherm de
stad!’, riep Horatius.
3. De sterke soldaten bleven staan en begonnen de brug te bewaken, zoals Livius
vertelde.
4. Wees blij, soldaten, want wij overwinnen de vijand.
5. Alle mannen hebben liefde voor vrijheid.
6. Antwoord! Waarom kom je niet.
7. Drink en wees blij.
8. Jullie konden hen niet begrijpen.
9. Wacht daar!