Hoofdstuk 32, tekstblok (versie 2)
Categorie: Boek > Lingua Latina > Boek 3
Wij hebben de staat van dien aard, dat wij de bestuursvorm van andere staten niet benijden; Nee integendeel; wij zijn zelf liever een ander tot voorbeeld als dat wij naar het voorbeeld van anderen streven. En ons land wordt bij de naam “van het volk” genoemd, daarom wordt de staat niet door weinigen maar door het volk geleid. Alle burgers hebben dezelfde rechten, en niet iemand wordt belemmerd door de nederigheid van zijn afkomst, als hij maar in een of andere zaak de staat tot voordeel zou zijn. Omdat wij ons in alle zaken van de vrijheid leggen, passen wij op dat wij niet iemands daden en woorden verdenken en dat we niet boos zijn op iemand als iemand.....(niets meer) Tenzij de wet verbiedt sommige dingen iets doet uit zijn wil
Onze staat staat open voor allen en niet weren wij iemand af van onderwijs, zelfs niet als waarschijnlijk is dat hij door de vijanden gestuurd is opdat hij enkele zaken bespioneert. Ik weet dat jongens/kinderen op strenge wijze worden opgevoed bij enkele Griekse volkerenstammen omdat er wordt gedacht dat op deze wijze iets van dapperheid wordt toegevoegd. Aan ons is echter niet dezelfde mening: wij leven een aangenaam leven, zij houden van allen, welke mooi zijn, wij hebben namelijk dezelfde gevaren doorstaan als anderen. Wij gaan de vijanden tegemoet zonder angst en meestal behalen wij de overwinning op hen. Het zal immers blijken, als iemand de zaak nauwkeuriger heeft bekeken, dat diegenen met een sterkere wilskracht zijn die én de vreugden én de angsten van het leven hebben leren kennen. HIER MOETEN NOG 5 REGELS ACHTERAAN.