Hoofdstuk13, werkboek
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 1
Oefening A - pagina 88

1 Ferunt - Zij dragen
2 Tulit - Hij / Zij / Het heeft gedragen
3 Fer! - Draag!
4 Tuleratis - Jullie hadden gedragen
5 Tulimus - Wij hebben gedragen
6 Ferimus - Wij dragen
7 Ferebam - Ik droeg
8 Tuleras - Jij had gedragen
9 Fers - Jij draagt
10 Tulistis - Jullie hebben gedragen


Oefening B - pagina 88
1. fuisti - jij bent geweest
2. tuli - ik heb gedragen
3. ferebam - ik droeg
4. possumus - wij kunnen
5. ferre - (te) dragen
6. tuleramus - wij hadden gedragen
7. fuerant - zij waren geweest
8. potueras - jij had gekund
9. tuleratis - jullie hadden gedragen
10.fers - jij draagt
11. potes - jij kunt
12. tulistis - jullie hebben gedragen

Oefening C - pagina 88
1. Breng (aan) mij hulp.
2. Ze stuurden gezanten, omdat zij naar de vrede streefden.
3. De Romeinen brachten overal aan de mensen recht en vrede.
4. De koningin levert mooie geschenken
5. Voor de oorlog zijn wij voorbereid.
6. De slaven hebben het geschenk voor de koning gedragen.

Oef A p89 (volo, nolo, herh fero, sum)
1. noluo wij hebben niet gewild
2. vultis hij wil
3. nolebamus ik wilde niet
4. tulitis hij heeft gebracht
5. viomus jij wil NB: noluimus wij hebben niet gewild
6. fuerat jullie waren geweest
7. noluisti zij hebben niet gewild
8. volebatis jij wilde
9. volo wij hebben gewild
10. nolo wij willen niet

Oef C p89 (zinnetjes)
1. Ik wilde weliswaar komen, maar ik kon niet.
2. Wat willen jullie?
3. Sommige oude mannen wilden liever thuis blijven, de overigen hebben de stad verlaten.
4. Hoewel ik niet wilde, hebben ze mij gedwongen te komen.
5. Jij wil het naburige akkerland innemen.
6. Hoewel jij hen dikwijls had uitgenodigd, wilden ze niet komen.

Spreuk van de week:
Noli equi dentes inspicere donati.
Dit betekent letterlijk: wil niet (noli) de tanden (dentes) van een gegeven (donati) paard (equi) bekijken (inspicere).
Wij hebben daar een eigen spreekwoord voor: men moet een gegeven paard niet in de bek kijken.
Maw: men moet blij zijn met wat men krijgt en niet om meer of iets anders gaan zeur

WB p. 95 Oef A
01. hij, zij, het had verdragen
tulerant
02. jij wilt
vultis
03. jij hebt niet gewild
noluistis
04. zij zijn
est
05. wij droegen, wij verdroegen
ferebam
06. zij hebben gekund
potueram
07. jullie waren geweest
eras
08. jullie hadden gewild
volueras
09. hij, zij, het wil niet
nolunt
10. ik heb gedragen
tulimus

WB p. 95 Oef B 1 t/m 16 Fortuna 1
01. hij,zij,het bleef staan
02. jullie waren geweest
03. jullie hebben gewild
04. wij hebben gezien
05. jullie waren afwezig
06. wij hebben niet gewild
07. toen hij, zij, het doodde
wanneer hij, zij, het, dood
08. hij, zij, het had opgetild
09. jij gaat naar
10. ik had toegevoegd
11. jij heb gebracht
12. zij hadden gevoeld
13. jij hebt gedwongen
14. hij, zij, het heeft gevraagd
15. wij hebben onderscheiden
16. zij hadden aangeraakt
17. cum invasit = toen viel hij binnen "³ perfectum
18. invadit = hij valt binnen
19. sentiebamus = wij voelden
20. reddidisti = jij hebt teruggegeven "³ perfectum
21. peperimus = wij hebben voortgebracht "³ perfectum
22. persuadet = jij overtuigt
23. expulit = jij hebt verdreven "³ perfectum
24. effugit = 1. jij hebt ontvlucht "³ perfectum 2. jij ontvlucht
25. relinquit = jij hebt verlaten "³ perfectum
26. ut aspexerant = zoals zij hadden aanschouwd
27. dimiserunt = zij hebben laten gaan "³ perfectum
28. custodio = bewaken
29. gerimus = wij dragen
30. monemus = wij waarschuwen

C:
1. possunt - De Romeinen kunnen de Galliers overwinnen
2. nolumus - Wij willen niet het goud aan de Galliers uitleveren.
3. erat - Plotseling was er een enorm lawaai.
4. ferunt - De Galliers dragen de Romeinse wapens.
5. est - Aan jou is een mooie naam

D:
1. De honden van de vijanden konden niet luisteren, omdat zij sliepen.
2. Een enorme menigte was aanwezig bij de Romeinen.
3. Ik heb veel gedragen! Jij wilde niets dragen.
4. Wij willen lachen en blij zijn.
5. Na een kort gevecht had Camillus gewonnen: de Galliers verlieten Rome
6. Ik wil niet aan jou hulp brengen, omdat jij aan mij vroeger geen hulp bracht.