Hoofdstuk 15, tekst B: Taaloefeningen
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 1
A. 1. toen wij doodden 2. wanneer jij verlaat 3. toen jij bleef/wachtte 4. met groot geschreeuw 5. toen jij zocht/vroeg 6. toen ik jou toesprak. 7. toen hij viel/doodde 8. met zijn vrouw 9. toen zij doodden 10. met een grote legermacht B. 1. opdat/zodat wij overwonnen 2. terwijl zij wanhopen 3. wanneer jij toevoegt 4. toen jij toevoegde 5. zoals wij weten 6. terwijl jullie gieten op 7. zodra hij hoorde 8. toen zij hadden gehoord 9. opdat/zodat zij voortgingen 10. zoals jullie willen C. 1. Toen Hannibal in Italiƫ was aangekomen, vreesden alle burgers hem. 2. Hoewel de moeder de soldaten smeekte dat zij haar zoon niet doden, moorde zij hem toch. 3. Toen het Romeinse leger in groot gevaar was, bracht de nieuwe consul meteen hulp. 4. Hoewel de burgers zich verdedigden, overwonnen de vijanden hen toch. 5. Na het wrede gevecht kwamen de soldaten eindelijk in het legerkamp aan. 6. Hoewel de vijanden stenen naar de Romeinen gooiden, konden de Romeinen hen toch overwinnen.