9/3: De geschenken van grootvader.
Categorie: Boek > Studium > Boek 1
Grootvader is 62 jaar oud. Hij woont niet in Germaniƫ, maar in Rome. Nu bezoekt hij zijn zoon. In de villa van Marcus, zijn zoon rust hij uit. Hij heeft bij zich mooie geschenken voor Valeria, Quintus, Lucius en Livia.Grootvader: << Kinderen, waar zijn jullie ? Waarom blijven jullie niet in de villa ? Marcus, waar zijn je kinderen ? Ik heb geschenken voor de kinderen. Marcus, roep de kinderen ! Ik wil mijn geschenken aan de kinderen geven. >> De vader roept de kinderen. Intussentijd gaat grootvader de geschenken halen. Valeria is 14 jaar oud en Quintus is 12 jaar oud. Lucius is een jongen van 10 jaar. Livia is een meisje van 9. Zij krijgen mooie geschenken van grootvader. Vader: << Komt, kinderen ! Grootvader heeft geschenken voor jullie. >> Valeria: << Breng je geschenken voor ons mee, grootvader ? >> Grootvader: << Zo is het. Zie Valeria, ik geef je juwelen. >> Grootvader overhandigt mooie juwelen aan het meisje. Valeria is blij. Ze geeft grootvader een kus.Grootvader: << Quintus, kun je reeds lezen ? Ik heb een mooi boek voor je. >>Quintus: << Ik kan lezen, grootvader. Geef je mij een boek ? Ik wil een boek over de oude oorlogen lezen. >> Grootvader: << Wil je een boek over de grootste oude oorlog lezen ? Zie, ik geef je het boek. >>Grootvader geeft de jongen het boek over de oude gallische oorlogen. Quintus leest: << Over de Gallische oorlog. >> Quintus is tevreden. Quintus: << Grootvader is mijn vriend. Ik hou van grootvader. >> Gelukkig, geeft hij grootvader een kus.Daarna aanvaardt Lucius een schrijfstift en een schrijfplankje van grootvader. Livia daarentegen ontvangt een mooie bal. Lucius: << Ik breng mijn geschenk naar mijn kamer. >> Livia: << Mijn bal is mooi. Ik wil met de bal op het gras spelen. Kom, Lucius ! >> Vader: << Valeria en Quintus, brengen jullie de geschenken ook in jullie kamer ? Grootvader: << Quintus wil zijn boek lezen. >> Quintus: << Zo is het. Ik wil het boek over de overwinning van het Romeinse volk in de Gallische oorlog lezen. >> Grootvader: << Valeria, blijf jij met Quintus lezen ? >> Valeria: << Ik wil geen boeken over oorlogen lezen. Ik breng de juwelen onmiddellijk naar mijn kamer. Achteraf wil ik liever met je wandelen, grootvader. >> Vader: << Waar wandelen wij naartoe, grootvader ? >> Grootvader: << In de velden. >> Grootvader, Marcus en Valeria wandelen in de velden. De overige kinderen zijn afwezig. Valeria: << Vanwaar kom je, grootvader ? Woon je in Italiƫ ? Grootvader: << Ik kom uit Rome. Weldra ga ik naar Rome terug, maar daarvoor ga ik naar Keulen. Ik wil het bezoeken. Vader: << Keulen is een grote stad. Het ligt naast de Rijn. Vele steden liggen immers naast rivieren, want de stromen kunnen water aan de steden geven. Vele mooie gebouwen en grote tempels zijn er in Keulen. Vele vreemdelingen komen samen op de markt van de stad. >> Valeria: << Ik... >> Grootvader: << Kom met mij mee, Valeria ! Morgen bezoeken wij Keulen. >>