Hoofstuk 15, tekst A Taaloefeningen A+B
A:
1. ik verhinder - prohiberem
2. hij verliest - perderet
3. jullie bewaken - custodiretis
4. wij brengen - adduciremus
5. jij brengt tot - induceres
6. zij voelen - sentirent
7. hij brengt mee - affereret
8. jij zweert - iurores
9. ik koop - emerem
10. wij passen op voor - caveremus
B:
1. dat hij keek naar
2. zoals hij heeft geweten
3. jij had gemaakt
4. ik maak dat
5. zodat hij verbood
6. wij begrepen
7. zodat wij begrepen
8. hij beweegt
9. dat hij beweegt
10. zodra als hij beweegt