Aeneis, Boek 1 : De aanhef + De wrok van Juno : R 1 - 33
Categorie: Auteur > Vergilius
Ik bezing de wapenfeiten en de man, die als eerste van de kusten van Troje naar Italie ging, namelijk de Lavinische kusten, gedreven door het lot. Hij is veel heen en weer geslingerd op de aarde en op de volle zee door de macht van de goden; wegens de indachtige woede van de woedende Juno, heeft hij ook veel verdragen door oorlog, totdat hij een stad stichtte en de Goden binnendroeg in Latium: vandaar kwam het volk van Latium en de voorouders van Alba en de muren van het hoge Rome. Muzen, breng mij de redenen in herinnering, om welke gekrenkte trots van haar goddelijke macht of door welke pijn de koningin van de goden een opmerkelijk man met piëtas er toe heeft aangezet zovele gebeurtenissen voortdurend mee te maken en zovele zware werken te doorstaan. Is de woede van de goden dan zo groot? Er was een oude stad Carthago (de kolonisten van Tyrus bewoonden haar), tegenover Italie en tegenover de monding van de Tiber op verre afstand, rijk aan rijkdom en heel ruig door het verlangen naar oorlog. Er wordt verteld dat Juno alleen deze (stad) meer liefhad dan alle andere steden, nadat ze Samos achterop had gesteld. Hier lag haar bewapening, hier was haar strijdwagen; reeds op dat moment had en koesterde de godin de wens dat die stad als heerseres van alle volkeren zou zijn, als het lot het zou toelaten. Maar evenwel had ze gehoord dat er uit het Trojaanse bloed een nageslacht zou voortkomen die de Tyrische burchten zou verwoesten; deze zou als koning van allen door hoogmoedigheid in de oorlog zorgen voor de verwoesting van Libië: zo hadden de Parcen het bepaald. Dit vrezend en de oude oorlogen indachtig, die Juno voorop bij Troje voor haar geliefde Grieken had gevoerd waren“ de oorzaken van haar woede en haar hevige smarten waren nog niet uit haar hart verdwenen: diep in haar geest bleef het oordeel van Paris opgeslagen en het onrecht van haar miskende schoonheid en het gehate volk, en de eerbewijzen van de ontvoerde Ganimedes: hierover laaiend, slingerde ze bovendien alle Trojanen over de zee, die overbleven door de Grieken en de meedogenloze Achilles, ver verwijderd van Latium. Ze zwierven gedurende vele jaren rond, gedreven door het lot, rond over heel de zee. Zoveel moeite kostte het om het Romeinse volk te stichtten.