Cicero Epistulae Ad Atticum 12. 14. 3
Categorie: Boek > Examenboeken > 2015: Cicero Plinius
Omdat jij wilt dat ik mij van dit verdriet herstel, doe jij als het ware alles;
maar jij bent er getuige van dat ik mij(zelf) niet in de steel heb gelaten. Niets immers
is er door iemand geschreven over het verminderen van verdriet wat ik niet
in jouw huis gelezen heb, Maar het verdriet overwint elke troost.
Ja zelfs heb ik gedaan, wat vóór mij zeker niemand (heeft gedaan), dat
ik zelf mij troost door schrijven. (En) dat boek zal ik naar jou
sturen, als de schrijvers het overgeschreven hebben. Ik verzeker jou dat geen enkele
troost zodanig is. Hele dagen schrijf ik, niet opdat ik daardoor
iets opschiet, maar gedruende die tijd word ik afgeleid - weliswaar niet
genoeg (want de kracht van het verdriet) drukt op me, maar toch ontspan ik (me),
en ik doe alle moeite niet om mijn geest, maar juist mijn gelaat, als ik zou kunnen,
in orde te brengen en wanneer ik dat doe meen ik soms fout eraan te doen,
soms fout te zullen doen, als ik het niet zal doen. De eenzaamheid
helpt iets, maar het zou veel meer baten, als echter jij
aanwezig zou zijn. Dat is de enige reden voor mij om van hier weg te gaan;
want (deze plaats) past precies bij mijn ellende. Hoewel ik dat juist
betreur. Jij zult immers niet meer dezelfde tegenover mij kunnen zijn. Ze zijn verloren gegaan
die dingen, waarvan jij hield.