Tekst 16
Categorie: Boek > Via Latina > Boek 1
Lucius (zegt(als toevoeging van)): Gegroet, Quintus! Eindelijk zie ik jou. Ben jij gezond? Vertel mij, alsjeblieft, over jullie reis. Ik heb gehoord dat de Gallische meester Flavia niet vrijgelaten heeft. Is het waar dat jullie haar met geweld hebben bevrijd?
Quintus: Welke dwaas heeft jou die onzin verteld? Zeg hem dat dat niet waar is. Waar is dat Aufidius Aridus niet moeilijk was. Het is eveneens waar dat hij nauwelijks aarzelde om Flavia vrij te laten. Maar ik moet me haasten; want vader maakt zich gereed om te offeren voor de goden. Gegroet Lucidus.
Vervolgens haast hij zich naar huis. Daar ziet hij dat de hele familie bijeengekomen is voor de maaltijd. Hij gaat snel zitten. Maar waar is vader? Vervolgens hoort Quintus zijn stem;Domitius komt reeds naar binnen, gaat zitten en geeft het teken voor de maaltijd. Nu vermaken allen zich met het goede eten en de wijn. Na een korte tijd staat vader op en hij loopt naar het lararium en de haard. Allen zijn stil en kijken naar hem.Maar hij bevochtigd eerst zijn slapen en besprenkelt met wijn de genius. Daarna omhult hij zijn hoofd en spreekt hem toe: "Grote Genius, neem dit geschenk gewillig aan en wees ons gunstig gezind!" Vervolgens bedankt hij de lares, omdat hij de reis met behulp van hun goed heeft verlaten. Ten slotte geeft hij eten en zoutkorrels en wierrook aan de vlammen. Ieder kijkt, terwijl het geschenk brandt, in stilte naar het. Vervolgens verheugen allee mensen zich op heet dessert.