Hoofdstuk 9, tekst C versie
1 De boden en Ifigeneia rijden met een wagen naar Aulis. 2 Daar brengt Agamemnon zijn kind 3 niet naar Achilles, maar . . . naar het altaar: 4 want hij is van plan het meisje aan de geduchte godin te offeren. 5 De andere bevelhebbers en de soldaten zijn aanwezig 6 en hebben medelijden met het meisje. Maar Ifigeneiais dapper 7 bij dit verschrikkelijke ongeluk en ze huilt niet. 8 Het meisje is al op het altaar. 9 Agamemnon aarzelt lange tijd, 10 maar toch tilt hij het mes op. 11 Plotseling is het meisje niet meer aanwezig. 12 In plaats van het meisje is er een hert op het altaar. 13 Want Artemis komt Ifigeneia te hulp: 14 want zij heeft medelijden met haar en voert haar weg. 15 (En) Agamemnon slacht in plaats van het meisje het hert. 16 Want het offer van Ifigeneia bevalt de godin 17 en Artemis is de Grieken weer goedgezind. 18 Daarna is de wind weer gunstig/is er gunstige wind. 19 De Grieken maken de kabels van de schepen los