Mandatum XII les 10 Spectacula
1: imperfectum - hij/zij voegde toe
2: perfectum - zij hebben geweigerd
3: perfectum - hij/zij heeft gehuild
4: imperfectum - zij verdeelden
5: perfectum - zij hebben geslapen
6: imperfectum - hij/zij overhandigde
7: imperfectum - zij plaatsten
8: perfectum - hij/zij heeft gesmeekt om/gebeden tot
9: imperfectum- hij/zij verkocht
10: perfectum - zij hebben gevuld
11: imperfectum - zij verboden
12: perfectum - hij/zij heeft (feest)gevierd