David en Goliath (1, 2 en 3) vierde jaar lesboek
Categorie: Boek > Argo > 4 - 4e leerjaar
De Filistijnen stonden daar op de berg, en Israël daar op de berg en het dal (was) in het midden van hen. En een sterke man kwam uit de slaglinie van de Filistijnen, Goliath (was) zijn naam, uit Geth, de lengte van hem (van) vier ellen en een span. En een helm op zijn hoofd, en zelf (was hij) gekleed in een harnas en het gewicht van zijn harnas (was) (van) 5000 sikkel van brons en ijzer. En bronzen scheenplaten op zijn benen en een bronzen schild in het midden van zijn schouders. En de schacht van zijn speer (was) als een weversboom en de speer van hem (van) zeshonderd sikkel van ijzer. En de drager (lett: tillende) van hem ging voor hem uit. En hij stond en riep naar de slaglinie van Israël en zei hun: ‘Waarom gaan jullie naar voren (‘uit’) om je op te stellen voor de oorlog tegenover ons? Ben ik niet een Filistijn en jullie (maar) joden van Saul? Kies voor jullie zelf een man uit en hij moet naar beneden gaan naar mij, en als hij kan strijden tegen mij en als hij mij slaat, dan (letterlijk: en) zullen wij voor jullie (tot) slaven zijn, maar als ik het kan en ik hem zal slaan, zullen jullie voor ons (tot) slaven zijn en zullen jullie ons dienen’. En de Filistijn zei: ‘Kijk eens, ik heb vandaag de slaglinie van Israël uitgedaagd, op deze dag: geef mij een man en wij zullen beiden man tegen man vechten’. En Saul en heel Israël hoorde(n) die woorden van de Filistijn en ze raakten buiten zichzelf en ze werden erg bang.