Tekst 30: Ad portas
Categorie: Boek > SPQR > Versie 1
Bij de poorten
Over het gevecht, dat bij Cannae werd uitgevochten, was in de stad lange tijd niets zeker. Langzamerhand
kwamen de eerste berichten over de nederlaag in Rome aan. De stad werd gevuld door geruchten. Overal
in de straten werden angstige stemmen gehoord. Overal werden droevige gesprekken gehouden: ‘Wat is er
met de Romeinse legioenen gebeurd? Hoe groot is het aantal doden? Wij zijn hier in de stad toch wel
veilig? Rome zelf zal toch niet door Hannibal veroverd of zelfs vernietigd worden? Wij zullen toch niet
allemaal gedood worden of als slaven verkocht worden’ Bij alle tempels werd om de hulp van de goden
gesmeekt door grote menigtes vrouwen, die huilden en schreeuwden: ‘Waar zijn onze echtgenoten en
zonen en vaders, die door ons zeer worden bemind? Zijn ze allemaal dood? Jullie, die altijd met zeer grote
eerbied door de Romeinen vereerd worden, laten toch zeker niet toe dat dit gebeurt?’
[17] Op het forum was intussen ook een grote menigte mensen samengekomen. In stilte wachtten allen bij
het senaatsgebouw op een uitspraak van de senatoren. De ogen van allen werden gericht op de deuren van
het senaatsgebouw: ‘Wanneer zullen de deuren geopend worden? Wanneer zullen wij op de hoogte gesteld
worden? Wanneer zal de waarheid gezegd worden?’ Eindelijk kwam Quintus Fabius Maximus uit het
senaatsgebouw naar buiten en hij zei: ‘Onze legioenen hebben een zeer grote nederlaag geleden. Het
aantal doden is zeer groot. Zeer veel Romeinse families zullen in rouw worden gedompeld. Later zullen
onze doden plechtig worden begraven, later zal een openbare tijd van rouw worden afgekondigd. Vandaag
echter is onze stad in enorm gevaar. Als wij de muren niet uit alle macht zullen verdedigen tegen
Hannibal, zal Rome gemakkelijk door hem worden veroverd. Dus vraag ik jullie, matrona’s, om naar huis
te gaan. Treur daar met persoonlijk verdriet, totdat de stad veilig zal zijn. Jullie, mannen, geef snel hulp!
Bewaak de muren, want misschien zal Hannibal morgen al zijn legerkamp plaatsen bij de poorten van
Rome!’