Hoofdstuk 10, tekst C: taaloefeningen
Categorie: Boek > Pallas > Druk 4: Boek 1
A.
1. zij hebben gemeld
2. meldt! (gebiedende wijs mv)
3. te melden (inf)
4. hij bleef
5. wij bleven
6. meld! (gebiedende wijs ev)
7. hij heeft gedood, hij doodde
8. te doden (inf)
9. jij tilde op
10. zij tilden op

B.
1. De leider van de Trojanen doodde de liefste vriend.
2. De meisjes wachtten altijd in hetzelfde huis.
3. Met beide handen tilde hij het lichaam van zijn liefste vriend op.
4. Hefaistos was bereid nieuwe wapens voor hem te maken in 1 dag.
5. De slavinnen bedekten het gezicht met hun handen, omdat groot verdriet hen beheerste