Les 29, Oefenblok Opdracht 1 en 2
Categorie: Boek > Lingua Latina > Boek 3
Opdracht 1:
1. Terwijl iedereen lacht.
2. Terwijl de leider beveelt.
3. Nadat de gevangenen zijn vastgebonden.
4. Terwijl moeder aarzelt.
5. Nadat de misdaad is gepleegd.
6. Terwijl de ziener niets antwoordt.

7. Terwijl de vijanden de stad naderen.
8. Terwijl de Galliƫrs (Fransen) de stad dapper verdedigen.
9. Nadat Julia door haar vader naar een klein eiland is verbannen.
10. Nadat de 3 legioenen in Germaniƫ verloren zijn.
11. Nadat de overwinning van Hannibal in Rome bericht is.
12. Nadat veel moeiten zijn overwonnen.


Opdracht 2:

1. Nadat zijn vader gedood was, was Oedipus getrouwd met zijn moeder.
2. De Thebanen, die gekwijld waren door een zeer ernstige ziekte, gingen naar koning Oedipus toe.
3. De waarzeggers beweerden dat de stad dor de goden gestraft werd, omdat er een verschrikkelijke misdaad was gepleegd.
4. De koning, die de veroorzaker van de ziekte zocht, ondervroeg veel mensen.
5. Nadat hij veel mensen had ondervraagd, ontdekte Oedipus een verschrikkelijke zaak.