Mandatum 8: Phaethon
Omdat Phaethon alleen met zijn moeder leefde, hebben zijn vrienden gevraagd, wat voor een vader
hij had. Omdat zijn vader het verbood, kende de jongeman zijn naam echter niet. Zijn moeder, die
merkte dat haar zoon door verdriet werd getroffen, heeft gezegd: ‘O zoon, jouw vader is de
Zonnegod’. Omdat hij erg blij was, heeft Phaethon tegen zijn vrienden de woorden van zijn moeder
herhaald, maar zij hebben hem geminacht / hebben de spot met hem gedreven: ‘Je gelooft het toch
zeker niet? Wat voor een bewijzen heeft je moeder aan jou aangeboden?’ Omdat zijn geest erg
verstoord was, is Phaethon het paleis van de Zon binnengegaan. Toen daar hij zijn vader had
gevonden, begon hij te schreeuwen: ‘Ik haat jou! Ik heb een ongelukkig leven geleid, omdat jij mij
hebt afgewezen!’ De god zei tegen zijn zoon: ‘Vergeef mij, als ik jou heb gekwetst. Ik wilde je
beschermen. Het zou beter zijn geweest, als jij je afkomst niet had geweten.’ Phaeton antwoordde
hem: ‘Het behoort dat jij met bewijzen bevestigt dat ik jouw zoon ben.’ Toen zijn vader zwoer dat hij
aan hem welk geschenk dan ook zou geven, stelde hij voor: ‘Sta mij toe om de Zonnewagen te
besturen.’
De Zon meende dat zijn paarden helemaal niet onbezorgd/veilig door de jongeman konden
worden bestuurd. Toch kon hij niet weigeren: als hij had geweigerd, zou hij zijn eed hebben
gebroken. Hij raadde zijn zoon aan om zijn besluit te veranderen, maar overtuigde hem niet. Terwijl
zijn vader zweeg, beklom Phaethon de wagen en haastte zich naar het hoogste deel van de hemel.
De zonnepaarden, die de krachtige hand van de god zelf misten, gingen echter de koers/baan die ze
gewend waren voorbij. Nu eens klommen ze tot aan de sterren, dan weer daalden ze en raakten ze
bijna de aarde aan. Phaethon drukte weliswaar op de teugels (haalde de teugels aan), maar bereikte
(daarmee) niets. Toen hij eindelijk begreep dat hij door zijn vader juist/terecht was gewaarschuwd,
riep hij uit: ‘Had ik mijn vader maar gehoorzaamd! Als ik had gehoorzaamd, zou dit mij niet zijn
overkomen!’ Intussen had Jupiter gezien dat de wereld zou vergaan, als hij dit niet zelf
verhinderde/zou verhinderen. Hij greep zijn bliksem. Nadat de bliksem was geworpen, is Phaethon,
die uit de wagen was gegooid, omgekomen.