Examenboeken > 2006: Eeuwige haat: Rome en Carthago
pag. 83 - Flaminiaans of Fabiaans 22.44.5-7
Daarop werd het Romeinse kamp opnieuw in beroering gebracht door opstand van de soldaten en door tweedracht tussen de consuls, terwijl Paulus Varro de roekeloosheid van zowel Sempronius als Flaminius, Varro [Paulus] Fabius als misleidend voorbeeld voor bange en trage aanvoerders voor de voeten wierp en de laatstgenoemde goden en mensen tot getuigen riep dat er geen schuld15 bij hem was aan het feit dat Hannibal reeds als het ware door verjaring bezit genomen had van Italië; dat hij aan handen en voeten gebonden was door zijn collega; dat het staal en de wapens werden ontnomen aan de woedende soldaten (en) die wilden vechten; de eerstgenoemde zei dat, als de aan een ondoordachte en onvoorzichtige strijd prijsgegeven en overgeleverde legioenen iets zou overkomen, híj vrij van alle schuld, [maar] deelachtig aan iedere uitkomst zou zijn; hij [Varro] moest erop toezien dat bij (voor) wie de tong rap en onbe-
20 zonnen [was], de handen even sterk in de strijd zouden zijn.