Fortuna > Boek 2 nieuwe druk
Hoofdstuk 28, Tekst A: Taaloefeningen A, B en C
TAALOEFENINGEN TEKST 28AA
1. Primum princeps consulendus erat.
= Voor het eerst moet de keizer worden geraadpleegd.
2. Existimo consules dimittendos esse.
= Ik meen dat de consuls moeten worden weggestuurd.
3. Tale consilium nobis non probandum est.
= Zo’n besluit moet door ons worden goedgekeurd.
4. Amicitiae malae semper vitandae sunt.
= Slechte vriendschappen moet altijd worden vermeden.
5. Multi loci videndi mihi sunt.
= Vele plaatsen moeten door mij worden gezien.
6. Quae poena ei patienda erit?
= Welke straf zal door hem moeten worden ondergaan?
B
1. Haec tibi ommittenda erant.
= Deze dingen moesten door jou achterwege worden gelaten.
2. Nunc leges instituendae erunt.
= Nu zullen de wetten moeten worden ingesteld.
3. Res publica regenda est uni imperatori.
= De staat moet door één keizer worden geleid.
4. Aliqua vitia vitanda erunt.
= Sommige fouten zullen moeten worden vermeden.
5. Cur hoc mihi probandum esse putas?
= Waarom meen jij dat dit door mij moet worden goedgekeurd?
C
1. Haec omnia nobis agenda erant.
= Al deze dingen moesten door ons worden gedaan.
2. Illi viri optimi consulendi sunt.
= Deze zeer goede mannen moeten worden geraadpleegd.
3. Pueris parvis consulendum est.
= Er moet voor de kleine jongens gezorgd worden.
4. Epistula Traiano scribenda erit.
= Er zal een brief aan Trajanus moeten worden geschreven.
5. Hi pulchri libri tibi legendi sunt.
= Deze mooie boeken moeten door jou worden gelezen.
6. Cur imperatores deos orandos esse putant?
= Waarom menen de keizers dat de goden moeten worden gesmeekt.
7. Romam vobis abuendum est.
= Rome moet door jullie worden verlaten.
8. Cato semper in senatu dicebat Carthaginem esse delendam.
= Cato zei in de senaat altijd dat Carthago moest worden verwoest.
9. Castra militibus fortius defendenda sunt.
= Het legerkamp moet door de soldaten sterker worden verdedigd.
10. Portae urbis claudendae erant, ne hostes ingredi possent.
= De poorten van de stad moesten worden gesloten, opdat de vijanden niet binnen konden komen.