Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 1: boek 2

Hoofdstuk 21, tekst C: Het geheim van het bed. (versie 2)

Glimlachend sprak Odysseus tegen zijn zoon: “Telemachos, sta je moeder toe me op de proef te stellen. Want nu herkend ze me niet, omdat ik vuil ben en slechte kleding aan heb. Maar geef nu maar toestemming, want nu is het nodig dat wij ons wassen en uitrusten.”
Toen Penelope dit had gehoord, spoorde ze Eurykleia aan: “Vooruit, Eurykleia, maar het bed voor de vreemdeling klaar, nadat je het eerst uit de slaapkamer hebt verschoven”.
Zo sprak zij, terwijl ze de aanwezige man op de proef stelde. Toen werd Odysseus natuurlijk heel boos op degene die dat had gezegd.
“O mens, wat heb je gezegd! Het is onmogelijk om ons bed uit de slaapkamer te verschuiven. Want er zit een groot teken in het kunstig gemaakte bed, dat ik zelf heb gemaakt, en niemand anders. Er was een sterke boom. Ik bouwde rondom deze een slaapkamer en maakte ik op goede wijze een dak. En daarna, na die boom te hebben omgehakt, maakte ik op de stronk een fraai bed, het versierend met goud en zilver. Dat is voor ons het teken!”
Penelope trilde toen ze deze tekens vernam. Huilend rende ze op haar man af en na haar armen om zijn nek te hebben gelegd, kuste zij zijn zeer geliefde hoofd.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.238

Nieuw afgelopen maand: 20

Gewijzigd afgelopen maand: 28