Argo > 2 - Hulpboek 2
Ergon 29
1. De zus van haar wasde haar schoon.2. Hij vocht brutaal en hard tegen de vijand, die hem wilde vermoorden.
3. Ik verneem dat de broer een bericht over zijn reis had gezonden.
4. Mijn vriendin valt in de smaak bij mijn ouders, omdat ze heel aardig is