Hoofdstuk 8, Verdieping 6

Petronius

Wat voor een nacht was dat, goden en godinnen,
hoe zacht het bed! Wij bleven warm [zijnde] vastzitten (aan elkaar)
en goten onze zwervende/dolende zielen met onze lippen
bij/in elkaar over. Vaarwel, zorgen van de mens!



Ausonius

Vrouw, laten we leven, zoals we hebben geleefd, en laten we de namen
houden, die we in het begin van ons huwelijk hebben genomen.
Laat geen dag brengen, dat wij veranderen in leeftijd
zonder dat ik voor jou een jongeman ben en jij een meisje voor mij.
5 Ofschoon ik ouder ben dan Nestor en ook jij, wedijverend in jaren, Deipho­ be uit Cumae overwint, laten wij niet weten wat rijpe ouder­ dom is. Het past de verdienste/waarde van een leeftijd te weten, niet (de jaren) te tellen.