Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 1: boek 2

Hoofdstuk 20, tekst B: De hond Argos

Na twintig jaar nadert Odysseus tenslotte het huis: maar hij gaat niet naar binnen maar zegt de varkenshoeder Eumaios: "Jij ga naar binnen, maar ik blijf buiten." Daar bij de deuren ligt Argos in de vele mest de hond van Odysseus: en Odysseus voedde hem lang geleden op voordat hij naar Troje weggegaan was. En Argos tilt zijn hoofd en oren op: want hij hoort een stem. Dan bemerkt hij zijn meester: en nu kwispelt hij zijn staart en laat zijn oren zakken: want hij is blij dat hij na veel tijd zijn meester bemerkt. En hij wil opstaan en naar zijn meester gaan, maar hij kan niet meer. En Odysseus kijkt naar Argos en veegt tranen af zonder dat Eumaios dat merkt. En Eumaios zegt: "Vroeger was deze hond snel en sterk, maar nu is hij erg verwaarloosd, omdat de slavinnen hem niet meer verzorgen: want door de afwezigheid van de meester willen de bedienden hun plicht niet meer doen." Daarna gaat Eumaios het huis naar binnen, maar dan neemt het lot van de dood Argos: zo lange tijd wachtte hij op de meester.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.238

Nieuw afgelopen maand: 20

Gewijzigd afgelopen maand: 28