Hoofdstuk 8, tekst C

De boden kwamen samen met Klitaimnestra en Ifigeneia in een wagen naar Aulis.
Daar bracht vader Agamennon het kind niet naar Achilles, maar naar het altaar.
Want hij was van plan om het meisje te offeren aan de verschrikkelijke godin.
De andere legeraanvoerders en soldaten waren aanwezig en hadden groot medelijden met het meisje.
Maar Ifigeneia was dapper in haar verschrikkelijke lot. En ze huilde helemaal niet.
Reeds was het ongelukkige meisje op het altaar.
Vader Agamennon aarzelde lange tijd.
Maar ten slotte pakte hij toch het mes.
Plotseling is het meisje niet meer aanwezig.
In plaats van het meisje, is er een hert op het altaar.
Want het offer van ifigineia, viel in de smaak bij de godin
Dus schoot Artemis het beklaaginswaardige meisje te hulp.
En ze droeg haar weg bij het altaar.
Zo was Artemis weer goedgezind bij de Grieken.
Daarna was er plotseling een gunstige wind
en de Grieken maakten de kabels van de schepen los
en voeren met een gunstige wind weg naar Troje.