Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Phoenix > Boek 3

Tekst 1.5: De gouden slang (versie 1)

HET VERLIES VAN DE SCHAT

Ailus Umbricius, een zeer rijk Romeins ruiter, nam altijd zijn geld mee in een geldbuideltje als hij met zijn paard een tocht maakte? Toen hij op een dag naar Amiternum ging, verliesde hij perongeluk zijn geldzak. Een arme inwoner uit die stad, genaamd Rufus, vond bij toeval de geldzak waarin hij niet alleen duizend talenten vond maar ook een zeer prachtig sieraad; de gouden slang.

DE EERLIJKE VINDER

Procula, zijn vrouw, wou noch het geld,noch het sieraad teruggeven,terwijl ze zei: "Wat de goden ons geven,moet door ons bewaard worden! "
Maar de volgende dag werd in de stad gemeld: "Wie de schat van Umbricius terug zal geven, zal 100 dienaren ontvangen als beloning" (een dinar = een oude romeinse munt) .
En zo gaf Rufus de hele schat terug aan de ruiter en eiste zijn beloning op.(verwachte een beloning) toen echter zei de rijke Umbricius, hoewel hij zag dat niet een geldstuk van de schat weg was;vol slechtheid: "Waar is de andere gouden slang?"
de verontwaardigde rufus antwoorde dat er niets meer te vinden was en dat hij zelf een getuige had die het zelf had gezien.toch week Umbricius er niet vanaf om zijn gouden slang terug te eisen.
En zo trokken zij die de rijken begiunstigeden en haat koesterden voor de armen, naar de rechter: magistraat; die die beval en de rijken en de armen en de schat bij hem te brengen.

… V O O R D E R E C H T E R G E D A A A G D

Een zeker Lepidus, een heel beroemde filosoof was aanwezig, in wie de magistraat wat oordelen betreft heel veel vertrouwen had. Deze Lepidus riep de arme bij zich en: “Zeg mij,” zei hij, “heb jij het sierraad van deze man? Als je het werkelijk niet hebt, zal ik proberen je vrij te krijgen.” Rufus antwoordde: “Ik heb de goden als getuigen dat ik zoveel heb teruggegeven als ik gevonden heb.”

Toen zei de filosoof tegen de magistraat: “Die rijke man is zeker goed en geloofwaardig: daarom zal hij nooit terugeisen wat hij niet verloren heeft. Aan de andere kant geloof ik dat die arme man niets méér heeft gevonden dan wat hij aan de rijke heeft teruggegeven. Zeker, een slecht mens zal toch geen schat teruggeven? Hij zal ze toch wel volledig verbergen?”

E E N S L I M V O N N I S

Vervolgens zei de magistraat: “Wat denk je dus dat ik moet oordelen?” Waarop de filosoof antwoordde: “Neem de gevonden schat, geef Rufus 100 denariën uit de schat; bewaar de overige schat in de schatkist van de stad, totdat iemand komt die vraagt naar een zak die 1 slang bevat. Want de man, van wie die schat is, is hier niet aanwezig.” Dit oordeel beviel de magistraat. Maar Umbricius, meer bewogen door hebzucht naar goud dan door schaamte, riep uit: “Ik moet bekennen, deze schat is van mij, en zeker niet één muntstuk ontbreekt. Maar omdat ik de arme man de beloning, die ik beloofd had, niet gunde, heb ik gezegd dat mij ook een andere slang ontbrak.”

Maar de magistraat zei met strenge stem: “Zwijg, misdadiger! Een onschuldige man werd bijna veroordeeld wegens diefstal, die jij zelf gepleegd hebt! Jij mag nooit meer terugkeren naar deze stad!” Vervolgens overhandigde hij de beloning uit de geldtas aan Rufus; maar de schat gaf hij terug aan de rijke, die nooit meer in Amiternum gezien werd.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.253

Nieuw afgelopen maand: 4

Gewijzigd afgelopen maand: 21