Hoofdstuk 15, opdr. 3

1. Alle leerlingen moeten de griekse taal leren. - linguam Graecam discere
2. De strenge meester verbood de slaven wijn te drinken. - vinum bibere
3 Jongens, waarom houden jullie plotseling op met spelen? - ludere (subito)
4. Verscheidene slavinnen begonnen de wijn en het eten te brengen. - vinum et cibum adferre
5. Het bevalt de leraar zeer lange verhalen aan de jongens te vertellen. - fabulas logissimas pueris narrare
6. Zelfs na lange tochten was het aan de soldaten niet toegestaan even te gaan zitten. - paulum considere
7. Tevergeefs probeerden wij de zonen te beschermen. - filios protegere
8. Kunnen jullie aan mij het Forum Romanum laten zien - mihi Forum Romanum ostendere
9. Die zeer zware tafel optillen is het minst makkelijk/ hartstikke moeilijk. - Illam mensam gravissimam tollere
10. De moeder beval aan de slavinnen de opdrachten snel af te maken. - mandata celeriter conficere