Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Disco > Boek 1

Hoofdstuk 9, tekst A (versie 6)

'Vroeger leefde ik met mijn echtgenoot Sychaeus in Foenicië, waar mijn broer koning was.
Op een dag, terwijl Sychaeus de goden vereerde, doodde mijn broer hem met een zwaard voor het altaar. Vervolgens heeft hij de misdaad en het lichaam verborgen.
Intussen was ik zeer verdrietig. Waar was mijn echtgenoot Sychaeus?
Dikwijls ging ik naar mijn broer en zei: "Broer, zeg mij, heb jij Sychaeus gezien? Hij is niet naar huis teruggekeert."
Mijn broer antwoordde echter altijd: "lieve Dido, huil niet; (letterlijk: wil niet huilen)
Jouw echtgenoot zal spoedig terugkeren." Met deze woorden bedroog hij mij lange tijd.
Op een nacht terwijl ik sliep is de schim van Sychaeus aan mij verschenen en heeft gezegd:
"Lieve Dido, jouw broer heeft mij gedood om mijn goud.
Tevergeefs, want ik verborg het goud al eerder in de grond.
Nu is die schurk van plan jou ook te doden.
Graaf het goud op uit de aarde en vlucht met vrienden naar Afrika!"
Vervolgens toonde de schim mij de plaats, waar hij het goud had verborgen.
De volgende dag groef ik meteen het goud op en vluchtte ik met vrienden hierheen.
Koning Jarbas gaf mij een plaats, waar wij nu een nieuwe stad bouwen.'

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.253

Nieuw afgelopen maand: 4

Gewijzigd afgelopen maand: 21