Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Fortuna > Boek 3

Hoofdstuk 6, tekst 1A

Ik kon niet meer iets eten, maar toen ik me naar hem had omgedraaid, opdat ik zo veel mogelijk te horen kreeg, begon ik een langdurige conversatie en te infomeren, wie die vrouw was, die heen en weer rende. ‘Die vrouw van Trimalchio,’ zei hij, ‘wordt Fortunata genoemd, die haar geldstukken met een schepel meet. En onlangs, zo-even, wat was zij? Moge jouw beschermgeest mij vergeven, jij zou geen brood aangenomen willen hebben uit de hand van haar. Nu, het hoe en waarom weten we niet, is ze in de zevende hemel en ze is de rechterhand van Trimalchio. Om kort te gaan, als zij op klaarlichte dag zal hebben gezegd dat het donker is, zal hij het geloven. Zelf weet hij niet wat hij heeft, zo schatrijk is hij; maar deze hoerenmadam voorziet alles, en zij is waar je het niet meent. Ze is sober, ingetogen, ze geeft goede adviezen; ze is haar gewicht in goud waard. Ze is echter van slechte taal, de salonekster. Wie zij bemint, bemint ze, wie ze niet bemint, bemint ze niet. Trimalchio zelf heeft een landgoed, zo uitgestrekt als de haviken vliegen, hij heeft geld als water. Er ligt meer zilver in het kamertje van de portier dan iemand in bezit heeft. Het personeel echter, drommels drommels, ik meen waarachtig niet dat er een tiende deel is dat zijn meester zal kennen. Om kort te gaan, hij stopt iedereen van deze losbollen in een vingerhoed.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.243

Nieuw afgelopen maand: 15

Gewijzigd afgelopen maand: 26