Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 2: boek 2

Hoofdstuk 17, tekst A: In de grot (versie 2)

FUCK DEZE TEKST5 Wij zijn Grieken en varen van Troje naar huis. Door allerlei winden werden we afgedreven over de grote zee en nu komen we hier aan. Wij smeken u, heb ontzag voor de goden en help ons: want wij zijn uw smekelingen!
De Kykloop antwoordde: ˜Jij bent dom vreemdeling! Want wij
10 Kyklopen hebben geen ontzag voor Zeus of iemand van de andere goden omdat wij veel sterker zijn! Onmiddellijk pakt hij twee makkers op en met grote kracht gooit hij ze op de grond: hun hersenen stroomden eruit en maakten de grond nat. Hij at ze op als een leeuw en liet niets over!
15 Wij baden met zeer grote angst tot Zeus; want het was onvermijdelijk dat wij omkwamen, omdat het duidelijk was dat wij niet met onze handen de grote
steen konden wegduwen van(af) de ingang van de grot.
De volgende dag at de Kykloop weer twee makkers
als ontbijt. Vervolgens dreef hij de schapen uit de grot.
20 en sluit de ingang met de zeer grote steen af. Toen zei ik tegen mijzelf; ˜Nu is het nodig dat je een zeer slimme list vindt, Odysseus!™ Dit plan scheen mij het beste toe: ik beval mijn makkers de grote knuppel van de Kykloop puntig te maken en vervolgens onder veel mest te verbergen.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.253

Nieuw afgelopen maand: 4

Gewijzigd afgelopen maand: 21