Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 2: boek 2

Hoofdstuk 17, tekst B: De list

's Avonds (lett.: tegelijk met de avond) kwam de Kykloop weer terug en rolde de zeer grote steen voor de ingang. Meteen at hij twee makkers op.
Ik sprak hem toe: "Kykloop, jij moet wijn drinken bij de maaltijd: ''Dus ik geef jou zeer zoete wijn! ''
De Kykloop dronk de wijn en hij was er heel erg blij mee.
Want hij vroeg: "Geef me meer wijn en zeg me je naam."
Ik gaf hem drie maal wijn en daarna zei ik:
"Mijn naam is Niemand. Mijn moeder en alle vrienden noemen me Niemand."
De Kykloop antwoordde me: "Ik zal als laatste Niemand eten, na jouw makkers. Dat zal mijn gastgeschenk aan jou zijn!"
Daarna lag hij dronken op zijn rug: want de slaap had hem in zijn macht.

Dus toen moesten we snel de scherpe knuppel in het vuur verhitten.
Daarna pakten wij de knuppel en met grote kracht stootten wij die in zijn oog. Veel bloed stroomde rondom het oog.
Onmiddellijk huilde de Kykloop hard en riep de andere Kyklopen, die dichtbij in grotten woonden.
Dus renden zij ernaartoe en buiten de grot vroegen zij:
"Waarom huil je eigenlijk zo in de nacht, Polyfemos? Wie brengt je schade toe?"
En Polyfemos riep vanuit de grot: " O vrienden, Niemand brengt me schade toe!"
De andere Kyklopen meenden dat Polyfemos gek was geworden (lett.:dwaas was):
"Als niet iemand je schade toebrengt, Polyfemos, is het duidelijk dat je ziek bent en moet je je vader, de god Poseidon, roepen!"

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.243

Nieuw afgelopen maand: 15

Gewijzigd afgelopen maand: 26