Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 2: boek 2

Hoofdstuk 27, tekst A

Met kleine kinderen beginnend, zolang als ze leven
onderwijzen de goede mannen hun kinderen en wijzen hen terecht.
Wanneer een (kind) hetgeen gezegd wordt begrijpt, dan wedijveren zowel de voedster als de moeder als ook de begeleider en ook de vader zelf met elkaar,
5 om hun kind zo goed mogelijk te maken. Zij laten hem tenminste bij elke bezigheid en woord/
opmerking zien dat het één rechtvaardig is en het ander onrechtvaardig, en dit goed en dit slecht, en dit godsdienstig en dit goddeloos, en doe het een (wel), doe het andere niet.
En als het kind vrijwillig gehoorzaamt, prijzen ze het:
10 maar als het niet wil gehoorzamen, buigen ze het recht door middel van dreigementen en klappen (zo)als een krom stuk hout. Daarna sturen ze hem naar school en dragen ze de leraren op veel meer zich toe te leggen op het goede gedrag dan op lezen en schrijven en het citerspel. En zij (de leraren) zorgen hiervoor en wanneer
15 de kinderen lezen en schrijven hebben geleerd en de geschrevenen tekst begrijpen dan geven ze hun gedichten van goede dichters en dwingen hen deze te lezen en uit het hoofd te leren –want in deze gedichten staan vele vermaningen en vele lofprijzingen van goede mannen van vroeger-, opdat de
20 kinderen hen uit naijver nabootsen en proberen zodanig te worden.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.242

Nieuw afgelopen maand: 15

Gewijzigd afgelopen maand: 26